Vorige week hadden we het over FIV, de symptomen en hoe het virus zich verspreidt. Vandaag gaan we bespreken hoe we voor een geïnfecteerde kat moeten zorgen. Omdat er in Groot-Brittannië geen vaccinatie bestaat om infectie te voorkomen, bestaat er altijd een risico dat een buitenkat besmet raakt, of zelfs dat een binnenkat besmet raakt als deze samenwoont met een kat die toegang heeft tot de grote wijde wereld. Bovendien wachten er FIV-katten op het vinden van een nieuw huis. Als u overweegt een met FIV geïnfecteerde kat te adopteren, kunnen deze tips u helpen begrijpen wat erbij komt kijken.
FIV-katten moeten binnenkatten zijn
Elke kat die het FIV-virus heeft, kan het naar andere katten verspreiden. Daarom is het zo belangrijk om ze binnen te houden zodra je weet dat ze de infectie hebben (of een infectie vermoeden en wachten op bevestiging van de dierenarts). Door de kat binnen te houden, worden de andere katten in de buurt beschermd, maar ook de geïnfecteerde kat beschermd, omdat deze een zwakker immuunsysteem heeft. Als je een hekel hebt aan het idee om een kat binnen te houden, kun je een veilig kattenafrasteringssysteem gebruiken dat voorkomt dat de kat uit de buitenruimte ontsnapt en dat andere katten ook je tuin niet binnenkomen.
Het is belangrijk om te onthouden dat geïnfecteerde katten gemakkelijk andere infecties en ziekten kunnen oplopen. Daarom mag de jacht niet worden aangemoedigd en moet rauw voedsel worden vermeden, aangezien deze bacteriën kunnen bevatten.
Levensduur en behandelingen
Veel katten kunnen vele jaren met FIV leven en genieten van een goed leven. Sommige katten zijn echter gevoeliger voor infecties en deze kunnen ernstig zijn. Er is ook een groter risico op kanker bij katten met FIV. In veel gevallen hoeft de kat niet te worden ingeslapen en kan hij zonder behandeling vele jaren gelukkig leven. Het is een goed idee om u te vaccineren tegen de niesziekte. Er zijn aanwijzingen dat herhaalde vaccinaties de symptomen kunnen verergeren, dus overleg altijd met uw dierenarts om te beslissen welke vaccinaties eventueel nodig zijn. Vlooien kunnen ziekten overbrengen, dus het is belangrijk om het hele jaar door op de hoogte te blijven van de vlooienbestrijding.
Breng de kat elke zes maanden naar de dierenarts en elke keer dat de kat ziek lijkt te zijn of tekenen van infectie vertoont.
Jouw kattenfamilie
Als bij een van uw katten de diagnose FIV is gesteld, moet u alle andere katten in huis ook op de infectie laten testen. Idealiter zijn FIV-katten de enige katten in het huishouden, maar sommige eigenaren zijn van mening dat het risico dat de ziekte wordt verspreid door het delen van de kom en het verzorgen zo laag is dat ze besluiten de katten bij elkaar te houden. U moet voorzorgsmaatregelen nemen als u een huis heeft met een FIV-kat en niet-geïnfecteerde katten. Zorg ervoor dat de katten aparte voer- en waterbakken hebben en desinfecteer alle bakken en kattenbakken om het virus dat via het speeksel wordt meegedragen te doden.